Gedichten

  1. Het uur is aangebroken om te gaan
    Ieder van ons volgt zijn eigen weg
    Ik om te sterven, jullie om te leven
    Wat beter is dat weet alleen God
    Plato


  2. Een leven is lang wanneer het ten volle geleefd wordt:
    Het wordt te volle geleefd, wanneer de geest trouw
    Blijft aan het goede dat hij in zich heeft, en de
    Macht over zichzelf niet afstaat.
    Seneca, ep. 93,2


  3. “Per ardua ad astra”.
    (= met de vleugels naar de sterren)


  4. Hoe ver gaat gij de vogelen te boven!
    Lucas 12,24


  5. wat is zo bijzonder
    aan dat ik
    dat het niet
    sterven mag
    en toch verder leeft
    in een ander
    omdat het
    niet sterven
    kan
    Bert Schierbeek


  6. ik
    ik zal
    ik zal je
    ik zal je nooit
    ik zal je nooit vergeten
    ik zal je nooit meer
    ik zal je nooit
    ik zal je
    ik zal nooit
    zal ik je
    meer
    zei je:
    jij
    jij zult
    jij zult wel
    jij zult wel gewoon
    zul jij wel
    gewoon
    verder
    zul jij wel
    leven
    Bert Schierbeek


  7. Toen het avond was geworden
    zei Jezus tegen zijn leerlingen:
    “Laten wij in de boot gaan
    en varen naar de overkant.


  8. Quam ci’to trans’it glo’ria mun’di!
    Hoe snel gaat de wereldse heerlijkheid voorbij!
    Thomas a Kempis


  9. Sub finem
    En nu nog maar alleen
    het lichaam los te laten
    de liefste en de kinderen te laten gaan
    alleen nog maar het sterke licht
    het rode, zuivere van de late zon te zien,
    te volgen – en de eigen weg te gaan.
    Het werd, het was, het is gedaan.
    M. Vasalis


  10. Het lied zwijgt,
    de melodie gaat door.


  11. Als het leven lijden wordt
    komt de dood als een verlossing.


  12. Als ik doodga
    hoop ik dat je erbij bent
    dat ik je aankijk,dat je mij aankijkt
    dat ik je hand voelen kan.
    Dan zal ik rustig doodgaan
    dan hoeft niemand verdrietig te zijn
    dan ben ik gelukkig
    Remco Campert


  13. En toen heeft het geschreven
    Zonder haast en zonder schroom
    Al wat ik in mijn leven
    Nog ooit te schrijven droom
    En telkens als ik even knikte
    dat ik het wist
    liet hij het water beven
    En het was uitgewist ….
    Martinus Nijhof


  14. Vele wateren kunnen de liefde niet blussen
    En rivieren spoelen haar niet weg
    Hooglied 8


  15. vivre sans aimer n’est pas propement vivre
    leven zonder te beminnen kan geen leven genoemd worden
    Molière
    .


  16. De waterlelie
    Ik heb de witte waterlelie lief,
    Daar die zo blank is en zo stil haar kroon
    Uitplooit in het licht.
    Rijzend uit donker-koelen vijvergrond,
    Heeft zij het licht gevonden en ontsloot
    Toen blij het gouden hart.
    Nu rust zij peinzend op het watervlak
    En wenst niet meer ….
    Frederik Van Eeden


  17. Mij spreekt de blomme tale,
    Mij is het kruid beleefd,
    Mij groet het alternale,
    Dat God geschapen heeft!
    Guido Gezelle


  18. Wat is het leven?
    Het is een flits van vuurvliegje in de nacht.
    Het is de adem van een buffel in de winter.
    Het is de schaduw die over het gras rent.
    En oplost in de zonsondergang.
    Isapwo Musika Crowfoot


  19. Ik open ’t raam en laat het najaar binnen,
    Het onuitsprekelijke, het van weleer
    En van altijd. Als ik één ding begeer
    Is het: dit tot het laatste te beminnen.
    J.C. Bloem


  20. Het enige dat oud lijkt is dit ogenblik
    Want het verleden – ik – is jonger, jong.
    De toekomst die mij niet meer toekomt
    Is wonderbaarlijk vers en licht
    En straalt en dampt van jeugd.
    Als in de zomerochtend vroeg de zee.
    M. Vasalis


  21. De drievoudige dood
    Eerst sterven we in het vlees. Onder de grond
    Valt ons lichaam uiteen. ’t Moet in de
    Aarde allengs zich tot de aarde weer ontbinden
    Die zonder teken men niet wedervond.
    Dan streven we in het hart van wie ons minden.
    Lang leefden we daar nog, maar als een wond.
    ’t Geneest, en eindelijk is het weer gezond:
    Ook in het hart zijn wij niet meer te vinden.
    Ten slotte sterven wij in hun herdenken:
    Het derde, laatste, koudste graf sluit dicht.
    Soms, bij een afscheid, blijft nog even wenken
    Een witte hand. Ver weg. Dan uit ’t gezicht.
    Men ziet niet wat achter de wegbocht ligt –
    Zo deinzen we uit hun blinde, lege denken.
    Victor van Vriesland


  22. Zeg: “De engel des doods,
    die boven u wordt aangeteld,
    zal u terugroepen;
    dan zal hij u tot uw Heer terugbrengen.”
    Soera 32,11


  23. Zeg maar aan de vrienden
    Dat mijn grootste ambitie geweest is,
    Een goed mens te zijn…
    Multatuli


  24. Op dat ogenblik
    ging er onzichtbaar iets aan mij voorbij:
    Luisterend met al mijn zinnen hoorde ik
    Mijn vader fluisteren:
    “het is goed met mij”
    Ida Gerhardt


  25. U vraagt naar het uur waarop het zal intreden.
    Zeg: “Kennis daarvan is bij mijn Heer:
    Niemand dan Hij kan u op zijn tijd inlichten.
    Het drukt zwaar in de hemel en op aarde.
    Het zal slechts plotseling over u aanbreken.”
    Soera 7,185


  26. De dagen, onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren,
    En indien we sterk zijn, tachtig jaren;
    Wat daarin onze trots was, is moeite en leed,
    Want het gaat snel voorbij, en wij vliegen heen.
    Psalm 90, 10.


  27. He was my North, my South,
    my East and West,
    my Working week and my Sunday rest,
    My noon, my midnight, my talk, my song;
    I thougt that love would last for ever:
    I was wrong.
    W.H. Auden


  28. Ja, alles gaat, verdwenen ….
    Wat over is gebleven
    Is lief maar onvoldoende
    Om op te leven
    J. Slauerhoff


  29. Doorgrond mij, o God en ken mijn hart,
    toets mij en ken mijn gedachten:
    zie, of bij mij een heiloze weg is,
    en leid mij op de eeuwige weg.
    Psalm 139, 23-24


  30. Alles heeft zijn uur,
    alle dingen onder de
    hemel hebben hun tijd.
    Prediker 3,1.


  31. Maar nu is het tijd om heen te gaan,
    voor mij om te sterven,
    voor u om te leven.
    Wie van ons beiden een beter lot tegemoet gaat,
    weet niemand behalve de godheid zelf..
    Plato, Apalogie van Socrates


  32. Simul justus et peccator
    Maarten Luther


  33. Amarae morti ne tradas me,
    Fac ut moriar digne, clare, dulce.
    (lever mij niet over aan een bittere dood,
    maak dat ik waardig, helder en zacht sterf.)


  34. The greatest service that you
    can render to any man is to extend
    the horizons of his life
    Leon Maclaren


  35. Zij die haar best doet voor de eigen tijd
    leeft voor alle tijden.
    Fr. Schiller


  36. een tuin is er dan er staat
    de groei van vroeger
    groei die komen gaat
    wandelen in een tuin
    is dwalen in een ruim geheugen
    alles heeft herkomst
    verre plekken die herinnerd blijven
    banden met vrienden
    sommigen dood maar hier onsterfelijk
    jaarringen
    de tuin ben jij
    D. Hillenius


  37. Dat één ogenblik kan doven
    Waar een leven niet te lang voor is.
    J.C. Bloem


  38. ’k Voele een traan in mijn ogen
    ontzwellen
    als ik denke: ’t is voorbij.
    Guido Gezelle


  39. Voorbij,
    voorbij,
    o en voorgoed voorbij
    J.C. Bloem


  40. plu’rima mor’tis ima’go
    de dood in vele beelden


  41. De hoge vloed des zomers is vergieden;
    Nog gister wiegden we in zijn diepen schoot,
    Nu proeven wij, bij ‘t ’s morgens buitentreden,
    Ets in de lucht van zaligheid en dood.
    J.C. Bloem


  42. In paradisum decudant te Angeli
    Mogen de engelen u in het paradijs begeleiden


  43. Zoveel soorten van verdriet,
    ik noem ze niet.
    Maar één, het afstand doen en scheiden.
    En niet het snijden doet zo’n pijn,
    Maar het afgesneden zijn.
    M. Vasalis


  44. De hemel zonder sterren
    De hemel zonder maan.


  45. Het leven is wat gebeurt,
    terwijl je andere plannen maakt.
    John Lennon


  46. Dood. Heb geen angst. Talm niet
    voor mijn deur. Kom binnen.
    Lees mijn boeken. In negen van de tien
    Kom je voor. Je bent geen onbekende.
    Hou mij niet voor de gek met kwalen
    waarvan miemand de namen durft te noemen.
    Leg mij niet in een bed tussen kwijlende
    Kinderen die van ouderdom niet weten wat ze
    zeggen.
    Klop mij geen geld uit de zak
    voor nutteloze uren in chique klinieken.
    Veeg je voeten en wees welkom.
    Eddy van Vliet


  47. Ac’ta est fa’bula
    Het spel is afgelopen


  48. ALLEEN
    daar stond ik
    zo alleen
    in duinen
    van een dansend bos
    terwijl ik anders wilde
    Boudewijn Büch


  49. Ad’huc coe’lum vol’vitur
    De hemel draait nog, alles kan nog terechtkomen
    Erasmus


  50. De eenvoudige dingen die ik zo lief had
    verlangde ik om mij heen te hebben
    Het was mijn paradijs en ik was bang
    ze te verliezen
    Ik wist dat dit stukje hemel
    voor mijn verloren zou gaan
    Vrij naar Jaroslav Seifert


  51. Wij hebben in deze wereld niets meegebracht en
    kunnen er ook niets uit meenemen
    Timóteüs


  52. Beladen tuin
    Die draagt het zoet verzamen der vrienden,
    in uw stilte is het goed
    het kostbaar snoer te tellen van hun namen,
    nu nadert wat hun liefde niet vermoedt.
    Stem van Epicurus
    Ida Gerhardt


  53. Finishing touch
    de laatste toets


  54. Hic’ labor ex’tremus,
    Longa’rum
    Haec me’ta via’rum
    Dit is het einde van mij moeten


  55. Want alles wat God ooit begon
    dat rondt Hij af als een gedicht.
    Kijk, in de donkere horizon
    achter de bomen wordt het licht.
    Jan Willem Schulte Nordholt


  56. hef hoog de wijn op deze dag
    het leven zelf betaalt ‘t ‘gelach’
    dan ga ik verder op mijn tocht
    schenk mij nog maar wat edel vocht
    want straks, wanneer mijn hart weer schreit
    dan raak ik het in tranen kwijt
    Toon Hermans


  57. Das Alte St”urt,
    es “andert sich die Zeit
    und neues Leben bi”uht aus den Ruinen
    Het oude stort ineen,
    De tijden veranderen,
    Een nieuw leven ontbloeit
    Uit de bouwvallen
    Schiller


  58. La mort ne surprend pas le sage.
    Il est toujours pre^et ^a partir
    De wijze wordt niet verrast door de dood.
    Hij is altijd er klaar voor om te gaan.
    La Fontaine


  59. Dum spi’ro, spe’ro
    zolang is ademhaal hoop ik,
    zolang er leven is,
    is er hoop
    Gomarus


  60. Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn.
    Jesaja, 43,1


  61. La douleur est un sl`ecle et la mort un moment
    De smart duurt een eeuwigheid, de dood een ogenblik


  62. All’s well that ends well
    Eind goed, al goed
    Shakespaere


  63. Alles in der Welt l”asst sich ertragen,
    nur nicht eine Reihe von sch”onen Tagen.
    Alles kan men in de wereld verdragen,
    behalve een reeks voorspoedige dagen
    Goethe


  64. Ho’mines sumus, non de’i.
    Wij zijn slechts mensen, geen goden
    Petronus


  65. Het duurt veel korter dan je denkt
    ook als je denkt
    het zal wel korter duren dan ik denk
    dan duurt het toch
    nog korter dan je denkt
    Judith Herzberg


  66. Das Auge sieht den Himmel offen
    De blik ziet de hemel geopend
    Schiller


  67. Vanmorgen vloog ze nog
    Zo onbelemmerd en gracieus
    en zo verheven
    zo’n sierlijk wezen
    zij was geschapen om te zweven
    niet om te sterven
    Robert long (de Meeuw “Tsjechov”)


  68. Dis a’liter vi’sum
    de goden hadden een andere mening


  69. Me’dia vi’ta in mor’te su’mus
    Midden in het leven staan wij in de dood
    11e eeuw


  70. Ik hef mijn ogen op naar de bergen:
    vanwaar zal mijn hulp komen?
    Mijn hulp is van de Here,
    die hemel en aarde gemaakt heeft.
    Psalm 121, 1-2


  71. momento mo’ri
    gedenk te sterven


  72. memen’to semper fi’nis
    gedenk steeds uw einde
    Thomas ‘ Kempis


  73. Memen’to to vi’vere
    Gedenk te leven
    (variant daarop) Mento mori gibt’s genug …
    Goethe


  74. Als een veertje op Gods adem.
    Hildegard van Bingen


  75. Hab sonne im Herzen
    ob’s Stürmt oder schneit
    der Himmel voll Wolken
    die Erde voll Streit
    hab Sonne im Herzen,
    dann komme was mag,
    das leuchtet voll Licht dir
    den dunkelsten tag
    (onbekende dichter 1850)


  76. Eigenlijk geloof ik niets
    en twijfel ik aan alles, zelfs aan U
    Maar soms, wanneer ik denk dat
    Gij waarachtig leeft
    dan denk ik dat Gij liefde zijt en eenzaam
    en dat, in zelfde wanhoop, Gij mij zoekt
    zoals ik U
    Gerard Reve


  77. Wat hebben we voor ons land allemaal gedaan!
    Sommigen van ons zijn gesneuveld;
    Anderen hebben toespraken gehouden.
    Orhan Veli Kanik


  78. Le’vis sit ti’bi ter’ra
    Licht zij u de aarde
    1e eeuw op grafzerken
    nu in de vorm van
    sit tibi terra levis


  79. Am Abend dufet alles,
    was man gepflanzt hat,
    am lieblichsten
    s’ avonds geurt alles,
    wat men geplant heeft,
    het heerlijkst
    Leisewitz


  80. Al’ta ala’tis pa’tent
    Voor wie vleugels heeft
    Staat de hoogte open


  81. A’ve pi’a a’nima!
    Vaarwel, vrome ziel!
    (groet aan de doden)


  82. Da die Gotter menschlicher,
    Noch ware, Waren Menschen g”ottlicher
    Schiller


  83. mors ja’nua vi’tae
    de dood is de poort tot het leven
    Barnard


  84. Ein unn”utz Leben ist ein fr”uher Tod.
    Een nutteloos leven is een vroege dood.
    Goethe


  85. exstin’ctus ama’bitur i’dem.
    als hij eenmaal dood is, dan zal men van hem houden


  86. Much ado about nothing
    Veel drukte om niets
    Shakespeare


  87. Mul’tis il’le bonis’ fle’bilis oc’cidit, Nul’li flebilior’ quam tibi.
    Hij is dood, wordt betreurd door veel mensen,
    maar door niemand meer dan door mij.


  88. Waar je ook op aarde
    ter wereld kwam, ergens
    op deze planeet, eens
    in onbekende jaren
    moet er van je gehouden zijn
    waren er mensen die je kenden
    voor je zorgden, waarop
    je kon bouwen en zij op jou
    hebben ze je uitgezwaaid
    met goede raad overladen
    of vertrok je met stille trom
    omdat er niemand meer was?
    weet je, ik kan niet geloven
    dat er nergens op deze globe
    er iemand is die aan je denkt
    zich je herinnert en je mist
    dra zal de grond je bedekken
    neemt de planeet je in haar op
    zoals ze doet met wat ze gaf
    En ze zal je gedenken.
    Bart FM Droog
    (naar aanleiding van een onbekende dode)


  89. Ne derelin’quas me, Do’mine.
    Verlaat mij niet
    Psalm 37, 22


  90. Noch sind die Tage der Rosen
    Nog is het tijd dat de rozen bloeien
    Malmann


  91. All that lives must die Passing through nature to eternity.
    Alles wat leeft moet sterven, gaande door het natuurlijk bestaan tot de eeuwigheid
    Shakespeare


  92. En hoor toe op de dag dat de Roeper vanaf een nabije plaats
    tot het Jongste Gericht zal oproepen.
    Op die dag horen zij (alle schepselen) de angstkreet met de waarheid:
    Dat is de dag van de opstanding.
    Soera 50,41 – 42


  93. Vrij en hoog als de open hemel
    Is het leven dat de grenzeloze leidt
    Paddajja Suta


  94. Als het morgen is,
    bedenk dan dat gij misschien de avond niet bereiken zult
    En als het avond geworden is,
    durf u dan de dag van morgen niet te beloven.
    Wees dus altijd bereid en leef zo,
    dat de dood u nooit onvoorbereid vindt.
    Thomas ‘a Kempis


  95. De dood maakt een ieder mens even groot,
    Maar de tijd maakt de meesten weer klein.
    Max Pam


  96. Aut vin’cere, aut mo’ri
    Overwinnen of sterven


  97. Di’vae memo’riae
    zaliger gedachtenis


  98. Di melio’ra
    Mogen de goden iets beters schenken


  99. Wat is mijn nalatenschap?
    De bloesems in de lente,
    de koekoek op de heuvels,
    de bladeren in de herfst.
    Ryokan


  100. Non anno’rum canni’ties est laudan’da sed mo’rum
    Niet de zilveren kleur der jaren is te prijzen, maar die van de waarden
    Ambrosius


  101. ik kom alleen.
    Ik sterf alleen.
    Daartus sen ben ik dag en nacht alleen.
    Sengai


  102. not dead, but gone before
    niet dood maar voorgegaan
    S. Rogers


  103. Wie leeft: een vreemdeling is hij steeds op reis,
    En pas in de dood heeft hij de weg naar huis gevonden.
    De hele wereld is slechts een herberg;
    Eeuwen heeft alleen de stof verbonden.
    Li Bai


  104. no tre nature est dans le mouvement: le respons entier est la mort
    onze natuur ligt in beweging, volmaakte rust is dood
    Pascal


  105. Dic cur hic
    Gedenk uw bestemming


  106. Waarlijk, de zondaars zullen eeuwig
    in de straf van de hel verblijven:
    Ze zal voor hen niet verzacht worden
    en zij zullen in haar door vertwijfeling worden gegrepen.
    Niet wij deden hun onrecht,
    maar zij zelf deden (zichzelf) onrecht.
    En zij zullen roepen: “O M^alik, laat je Heer een einde aan ons maken!”
    Hij zal zeggen: “Jullie moeten blijven.”
    Soera 43, 74 – 77


  107. Wat is dan de mens, dat U acht op hem slaat,
    Het mensenkind, dat U hem aanziet.
    En toch gaf u hem haast goddelijke staat:
    met waardigheid en met schoonheid hebt u
    hem gekroond.
    Psalm 8, 5-6


  108. En als ik dood ben, huil maar niet.
    Ik ben niet echt dood moet je weten.
    ’t Is maar mijn lichaam dat ik achterliet.
    Dood ben ik pas als jij mij bent vergeten.
    Bram Vermeulen


  109. Fac’tum abiit’; monumen’ta manent’
    De daad is voorbijgegaan; het teken ervan blijft


  110. Nur allein der Mensch’ / vermag das Unm”ogliche
    Alleen de mens is tot het onmogelijke in staat
    Goethe


  111. O Gott, das Leben ist doch schön!
    O God, wat is het leven toch bijzonder mooi!
    Schiller


  112. Om’nia va’nitas
    Alles is ijdelheid
    Prediker 1, 2


  113. Nee, ik ben niet ver,
    juist aan de andere kant van de weg.
    Zie je, alles is goed.
    Je zult mijn hart opnieuw ontdekken
    en er de tederheid terugvinden.
    Dus, droog je tranen en ween niet
    als je van me houdt.
    Augustinus


  114. Gij liet mijn hart U toebehoren
    en liet mij door de wereld gaan
    met open ogen, open oren
    0m al uw tekens te verstaan.
    Zo was het aardse leven goed,
    0mdat de hemel mij begroet.
    Gezang 479,4


  115. Ha”nde lasst von allem Tun,
    Stim vergiss du alles Denken,
    Alle meine Sinne nun
    Wollen sich in Schlummer senken.
    Herman Hesse


  116. Ons leven
    droom of realiteit?
    Zonder te weten
    wat realiteit is of droom,
    ben ik en ben dan weer niet.
    Ono-no Komachi


  117. Ter’ra e’ditus ter’rae red’deris
    Uit de aarde voortgekomen,
    gij zult aan de aarde teruggegeven worden
    naar Genesis 3,19


  118. Nooit was ik zelve niet,
    Noch gij, noch alle vorsten dezer aarde;
    Noch zullen wij hierna ooit eindigen te zijn.
    Bhagavad – Gita


  119. in duister wordt het geboren
    in duisternis gaat het verloren
    daartussen – even – een klein streepje licht
    het schijnt nu eenmaal zo te horen
    J.C. van Schagen


  120. Wie verstandig is, houdt van een kort leven;
    Alleen de sukkel wil de eeuwigheid.
    Wie bot van geest is, is rijk aan goud en schatten;
    Een kerel die een helder hoofd heeft,
    Bezit geen duit.
    Han-shan


  121. O nacht die mij geleid hebt!
    O nacht, mij liever dan ochtendgloren!
    O nacht die hebt verenigd
    Beminde met beminde,
    beminde, opgegaan in de beminde!
    Johannes van het Kruis


  122. Hoe vaak nog zal zich dit vernieuwen,
    dat avond duistert, ochtend blauwt?
    Ik heb al lang mijn leven
    aan de grote leegte toevertrouwd.
    Ik kwam tevoorschijn, heb het nooit gewild;
    mooi was het huiswaarts te keren.
    De wolken wit: zo gelijk aan de mens
    die naar de wolken kijkt.
    Su Shi


  123. vi’vitur par’vo be’ne
    met weinig gelukkig zijn


  124. Ul’tima for’sam
    Wellicht uw laatste moment
    (opschrift op een uurwerk)


 

Rouwgedicht
Onlangs overleed een van mijn zwagers, een man die met zijn gezin al bijna vijftig jaar in Canada
woonde. Hij was een van die Nederlandse emigranten die daar met keihard werken een
succesvol bestaan hadden opgebouwd. Af en toe kwam hij naar Nederland, waar hij kon vaststellen
dat wij het hier ook goed hadden, zo goed dat zijn vertrek naar Canada misschien niet eens nodig was
geweest. Maar hij was te praktisch van natuur omdaar lang bij stil te staan.
We besloten een overlijdensadvertentie te plaatsen in de krant van de streek waar hij was opgegroeid.
Wist iemand misschien nog een passend gedicht voor die advertentie? Gemakkelijker gevraagd dan
gedaan. Ik zocht tevergeefs in de poëzie van Jan Gresshof, die naar Zuid-Afrika emigreerde. Toen
kwam ik bij Koos Schuur terecht, de Groninger dichter die in de jaren vijftig naar Australië
verhuisde. Bij hem vond ik deze schrijnende regels:

zijn nog de straten nat in holland als het regent?
vanavond rijdt weer de lange pullman
van heimwee richtingloos en stuurloos
over de rode vlakten door alle seinen

Mooi, maar had mijn zwager wel zoveel heimwee gehad? Dat wisten we niet zeker. Verworpen dus.
Ik kwam er niet uit en wendde me toen maar tot de dichters die lekker thuis waren gebleven.
Voorwaarde was wel dat het uitgekozen gedicht niet afgekloven mocht zijn in het nationale
rouwadvertentiewezen. Zo belande ik bij J.C. van Schagen, een weinig bekende dichter.
Bij hem vond

ik:

In duisternis wordt het geboren
In duisternis gaat het verloren
daartussen – even – een klein streepje licht
het schijnt nu eenmaal zo te horen

In heel zijn onthechtheid een pakkend gedichtje, maar wel erg droefgeestig. Dan toch maar Vasalis?
Maar niet weer over de pijn van het ‘afgesneden zijn’. Misschien iets uit haar postuum verschenen
bundel De oude kustlijn? Dat was nog niet zo ontdekt. Ja! Daar was het: Sub finem.

En nu nog maar alleen
het lichaam los te laten
de liefste en de kinderen te laten gaan
alleen nog maar het sterke licht
het rode, zuivere van de late zon
te zien,, te volgen – en de eigen weg te gaan.
Het werd, het was, het is gedaan.

Voldaan liet ik het gedicht in de advertentie opnemen. De ontnuchtering kwam de daaropvolgende weken. Toen ik erop ging letten, merkte ik dat Sub finem al is uitgegroeid tot een nieuw klassiek rouwgedicht’ Je ziet het steeds vaker opduiken. Collega Bob Fromme van Het Parool
beschreef hoe hij iemand aan het einde van een seculiere rouwdienst hoorde voorlezen.
Bovendien bleek Sub finem in de ogen van de gelovige mensen een onprettige slotregel te
hebben. “Het is gedaan” , zeiden enkele familieleden, “hoezo? Voor ons is het helemaal niet
gedaan als je dood bent.” En onze dierbare overledene was immers ook een religieus mens
geweest?
Dat was waar. Maar rode zon, probeerde ik nog, is dat niet duidelijk een metafysisch symbool? Ik werd
meewarig aangehoord. Sindsdien geloof ik dat je maar beter zonder poëzie kunt worden begraven.

Frits Abrahams
(NRC Handelsblad, 24 januari 2003)

Hierboven staan 122 teksten die te maken hebben met de dood. We hadden ook kunnen kiezen voor
99 of 101 teksten, maar het er zijn uiteindelijk 122 geworden, want Jeanne Louise Calment, een
Franse vrouw, zij werd 122 jaar! (1875 – 1997). Zij is recordhoudster, en wanneer dit record gebroken
wordt, vullen we de teksten aan!
De belangrijkste reden dat we een aantal teksten bijeengesprokkeld hebben is: men heeft in de regel
naar aanleiding van een stervensgeval behoefte aan een tekst. Ook zijn er andere mogelijkheden, die
te vinden zijn in het boek de Vleugels van de Tijd.
In de Vleugels van de Tijd kunt u meer lezen over de dood (bladzijde 104 – 107) en met de
onderstaande teksten zijn verschillende werkvormen mogelijk: associatie (blz. 150), begrippenparen
maken (blz. 150), dagkaart maken (blz. 153), kringgesprek (blz. 159), meditatie (blz. 162), voorlezen
(blz. 173), vragen stellen (blz. 173), woordspelletjes (blz. 174) en tot slot kunt u deze teksten ook
gebruiken in uw persoonlijke situatie : zie Frits Abrahams.
Bij de keuze van de onderstaande teksten hebben we niet volgens bepaalde criteria gewerkt. De
teksten vonden we in kranten (en ons viel op, met Frits Abrahams, dat Sub Finem vaak wordt
gebruikt). Ook vonden we teksten in tijdschriften, en werden ze ons aangereikt.
Januari 2003 Gedichten en teksten over ouderdom, sterven en dood
© Stichting Echelon

We zouden het heel sportief vinden als u zorgvuldig met deze uitgave omgaat. Want deze uitgave blijft
eigendom van Stichting Echelon. Het is tot stand gekomen door medewerking van velen die zich
betrokken voelen tot de uitgangspunten en de werkwijze van de Stichting.
Deze uitgave is mogelijk dankzij de donaties van de gebruikers!
Vindt U het belangrijk dat er meerdere uitgaven komen, dan is een donatie van u van harte welkom.
U kunt bijvoorbeeld 10 Euro storten op gironummer 5785 969 ten name van Stichting Echelon te
Amsterdam onder vermelding van donatie modules website!

Hartelijk dank!